Lucienne Damen
Persoonlijke website
Blogs
We zijn begonnen.....
Posted on November 6, 2021 at 4:00 PM |
Ondanks dat ik de laatste weken al regelmatig wat dingen in de container heb gegooid, had ik vandaag het gevoel dat we echt zijn begonnen…met opruimen.
Afgelopen maanden zijn we druk geweest met de koop van een nieuwbouw appartement. Het was een spannende en chaotische tijd. Wachten op anderen die op hun beurt weer van alles van ons wilden weten; De hypotheek adviseur die nog net niet om onze pincode vroeg, de projectontwikkelaar die een uiterste koopdatum had vastgesteld waardoor we geen achterstallige rente hoefde te betalen, de keukenwinkel waar we een offerte moesten vragen om in de hypotheek op te laten nemen, maar die dan maar weer twee weken geldig was enz. Uiteindelijk kregen we groen licht en hebben we bij de notaris onze handtekeningen gezet.
En nu is het wachten op wat komen gaat. Het appartementencomplex wordt nu gebouwd en zal in het tweede kwartaal volgend jaar worden opgeleverd. Een exacte datum is nog niet bekend, dus we kunnen nog geen concrete afspraken maken voor bijvoorbeeld het plaatsen van de keuken of het laten leggen van de vloer. Maar wel kunnen we al beginnen met het leegruimen van onze huidige woning. En dat is hard nodig!
In februari volgend jaar wonen we hier precies 31 jaar. In dit huis hebben we alle twee het langst gewoond in ons leven. Onze kinderen zijn hier geboren en opgegroeid en we hebben hier plezier en verdriet gekend. Hier hebben we herinneringen gemaakt die we voor altijd met ons meedragen. Die herinneringen zitten niet alleen in ons hart maar liggen verspreidt door het huis. Van de zolder tot aan de schuur liggen spullen welke we de afgelopen 31 jaar niet hebben kunnen weggooien. Er staan zelfs op zolder nog dozen die we na onze verhuizing van 31 jaar geleden niet hebben uitgepakt. Ik denk dat we die maar ongeopend bij grofvuil moeten zetten.
Zo ik heb bijvoorbeeld ook al vanaf dat ik kind was, foto’s gemaakt en verzameld. Al die foto’s heb ik in albums geplakt met verhaaltjes erbij. Ik denk dat ik minstens 30 albums volgeplakt heb voordat ik digitale foto’s in een boek liet afdrukken. Straks in ons 3 kamer appartement kan ik geen 30 foto albums kwijt. Dus ben ik gestart met het leegmaken van de albums en de foto’s in te scannen. Dan zie je ineens weer vakanties van 30-40 jaar geleden voorbij komen.
Vorige week heb ik me aangemeld bij een facebook pagina waar je spullen kan weggeven. En vanmorgen is de eerste belangstellende langsgekomen om een oud servies op te halen. We zijn dus begonnen maar we zijn er nog lang niet!
Bijzondere uitspraken van mijn moeder
Posted on May 24, 2021 at 1:05 PM |
Vanmorgen zag ik een reclame voor haarkleuring op TV en op dat moment moest ik ineens weer aan mijn moeder denken. Niet dat zij ooit in haar leven een keer een haarkleuring heeft gebruikt hoor. Wat dat betreft heeft zij nooit iets van cosmetica gebruikt. Ja, een beetje lippenstift als ze eens uit ging of nagellak, maar de cosmetica industrie had failliet gegaan als ze het van mijn moeder hadden moeten hebben. Waarom moest ik dan toch aan haar denken bij het zien van een reclame?
Kort na het overlijden van mijn vader riep zij een keer ‘out of the blue’ dat ze een blauw spoeling door haar haar wilde laten doen. Mijn zusje was er ook en samen schoten we in de lach. “MRS. Slocombe!” riep mijn zusje gelijk. “Waarom zou je dat willen?” vroeg ik. “Omdat ik mijn grijze haar een beetje wil oplichten. Het ziet er zo saai uit” was haar antwoord. “Dan kun je ook een zilvershampoo gebruiken” stelde ik voor. “De volgende keer neem ik een fles zilvershampoo voor je mee.” Zo gezegd, zo gedaan.
Toen ik een week later aan haar vroeg of ze de shampoo al gebruikt schudde ze driftig haar hoofd. “Nee hoor, dat gebruik ik niet. Ik schrok van dat spul want het is harstikke paars.” “Ja mam, dat is het werkzame spul in die shampoo.” “Maar ik las ook dat je er roze haar van kan krijgen, dus ik ga dat niet in mijn haren smeren.” Ik keek haar verbaasd aan. “Roze? Hoezo dan?” “Dat staat op het etiket: als je je haar gekleurd hebt, kan je haar roze worden.” “Heb je je haar gekleurd dan?” vroeg ik. “Nee, natuurlijk niet!”
In de loop van de jaren heeft mijn moeder wel vaker bijzondere opmerkingen gemaakt. Als we dan in de lach schoten verscheen er een flauwe glimlach om haar mond en riep ze “Ja , lach me maar weer uit!” terwijl ze zelf wel doorhad dat ze weer iets geks had gezegd. Soms moest er ze dan zelf ook om lachen. Al was dat pas nadat wij haar daar op attendeerden. Zo heeft ze een keer speciaal voor mij een salade gemaakt omdat ik gestopt was met het eten van vlees. Eén van mijn moeders gewoontes was het uitvoerig mededelen wat ze aan boodschappen had gehaald en in dit speciale geval wat ze allemaal in mijn vleesloze salade had gestopt. “Wortel, tomaat, een uitje, kip ….” “KIP?!” vroeg ik. “Dat is vlees.” Ze schrok, twijfelde even en zei toen “Ja maar ik heb het heel klein gesneden hoor, je ziet het niet.” Uiteraard heb ik niet van de salade gegeten.
Of die keer dat ze vertelde dat ze niet zo goed meer hoorde. “Ik hoor de klok niet meer, daardoor weet ik dat mijn gehoor achteruit gaat” zei ze. Bij mijn ouders in de woonkamer hing een grote klok die de hele dag tikt, ieder kwartier een melodietje laat horen en ieder uur het aantal uren slaat. Omdat ze er van uit ging dat haar gehoor te maken had met een overvloed aan oorsmeer, had ik voor haar een flesje spul gehaald wat ze in haar oren kon spuiten om dat goedje op te lossen. Toen ik dat de eerste keer in haar oren spoot riep ze “Ja, het werkt! Hoor je het bruisen?” Ik keek haar aan en schoot in de lach. “Dat hoor ik toch niet, dat hoor je toch alleen in je eigen oor?” “O ja…’’ zei ze waarna ze haar bekende glimlach tevoorschijn toverde. “Zo, dan hoor je straks de klok weer tikken” zei ik. “Tikken? Ik hoef hem niet te horen tikken! Ik wil hem horen slaan.” “Hoor hem niet slaan dan? Nou, dan ben je wel erg doof. Volgens mij hoort de hele straat dat.” “Ik hoor hem alleen als ik op mijn linker oor lig.” Ik keek haar vragend aan “Lig? Bedoel je als je boven in bed ligt?” “Ja, dan hoor ik aan het aantal slagen hoe laat het is.” En ik maar denken dat ze de klok niet hoorde tikken...
De zonnebril van mijn oma
Posted on April 25, 2021 at 8:00 PM |
Gisteren ging ik boodschappen doen en had onderweg mijn zonnebril nodig. Bij het winkelcentrum aangekomen deed ik mijn zonnebril omhoog en zette hem op mijn hoofd. Na de boodschappen had ik hem immers weer nodig.
In de supermarkt pakte ik een artikel dat ik niet zo vaak gebruik waardoor ik het etiket wilde lezen. Ongemerkt pakte ik mijn bril van mijn hoofd en bemerkte gelijk dat ik mijn zonnebril op zette in plaats van mijn leesbril. Behalve dat het natuurlijk een domme zet van mij was, moest ik weer denken aan het verhaal dat mijn vader ooit vertelde over mijn oma, waardoor ik even later met een grote glimlach door de supermarkt liep.
Mijn oma ging regelmatig met mijn ouders op pad, zo ook deze keer. Ze zaten met z’n vieren in de auto; mijn vader achter het stuur, oma naast hem en mijn moeder en zusje achterin. Oma zat te kletsen en mijn vader, die slecht hoorde knikte af en toe en gaf wat luistergeluiden terwijl hij voor zich uit bleef kijken. Al kun je je afvragen of hij het verhaal van oma mee kreeg. Oma zat met haar handtas op schoot en zat er in te rommelen. Mijn vader wierp af en toe een blik richting de tas en vroeg: “wat zoek je?” “Hé?” vroeg oma. “Wat zoek je?” “Mijn zonnebril.” “Wat?” “Mijn zonnebril.” Mijn vader wierp snel een blik in de tas, zag een brillenkoker voorbij komen, pakte die eruit en gaf deze aan zijn moeder. “neem deze maar” zei hij terwijl hij zijn focus op de weg hield. Oma pakte de brillenkoker aan en zette de bril op haar neus, tas weer dicht en ze keek weer voor zich uit.
Na een tijdje zat ze weer wat te vertellen en mijn vader knikte weer af en toe om te laten weten dat hij luisterde. Op een gegeven moment keek hij haar even aan waarna hij heel verbaasd keek omdat zij hem met grote ogen aankeek. “Wat heb je nou op je neus?” vroeg hij. “Wat?” vroeg oma, die door haar leeftijd ook niet meer zo scherp hoorde. “Wat heb je op je neus?” herhaalde mijn vader. “Mijn zonnebril” zei oma. Mijn vader deed de zonneklep van de auto naar beneden zodat oma zichzelf in het spiegeltje van de klep kon zien. Toen bleek dat ze al geruime tijd met haar leesbril op zat, in plaats van haar zonnebril. Uiteraard moest iedereen in de auto hier heel hard om lachen, oma net zo goed.
Met dit verhaal in mijn gedachten en een grote grijns op mijn gezicht liep ik de supermarkt door. Buiten zette ik in ieder geval mijn zonnebril en niet mijn leesbril op.
Sweet memories
Posted on April 12, 2021 at 1:10 AM |
Of het nu komt omdat ik ouder word en inmiddels mijn beide ouders er niet meer zijn, weet ik niet. Maar de laatste tijd komen er steeds meer dingen van vroeger mijn gedachten binnen geslopen. Ineens zit ik weer met het gezin van vroeger aan tafel, in de auto op weg naar de camping, of te spelen met de knopendoos bij oma.
Ik merk dat die gedachten vaak gepaard gaan met herinneringen uit het verleden door bijvoorbeeld muziek of een geur. Wanneer ik een nummer van The Platters hoor, is het ineens weer zondagavond en eten we witlof en een kippenpoot. Vorige week bijvoorbeeld liep ik langs iemand die Fleur d’ Temps van Nina Ricci op had. Toen plopte ineens mijn moeder weer in mijn gedachten omdat dit haar favoriete parfum was.
Je hoort het wel vaker dat dit soort zintuigelijke waarnemingen je terug brengen naar een moment in je verleden. Dat bepaalde muziek een bepaalde herinnering naar boven brengt. Zo zat ik vroeger bijna wekelijks in een kroeg waar vaak ‘La vie en Rose’ van Grace Jones werd gedraaid. Het is dan niet zo gek dat ik bij het horen van dat nummer weer even in die kroeg zit.
Maar ik ben de laatste tijd ook bezig met de 8mm films die mijn vader vroeger heeft gemaakt. Behalve dat ik dan weer mensen zie die er inmiddels al niet meer zijn, brengen deze momenten mij weer even terug naar die onbezorgde tijd van vroeger. Opvallend in de films van mijn vader, is dat hij de gewone dingen filmde. Vaak zette hij de camera op een statief en liet het opnemen. Die ogenschijnlijke doodgewone dingen die we toen deden, zoals mijn moeder die koffie inschenkt, oma die een boterham eet, of het aansnijden van de taart tijdens een verjaardag, zijn nu pareltjes om terug te kijken.
Als kind keken we regelmatig naar de filmpjes die mijn vader had gemaakt. Dan werd er een projectiescherm neergezet, alle gordijnen gingen dicht, lichten uit en mijn vader bediende de projector. Bij sommige stukjes draaide hij dan de film even terug, zodat mijn moeder met de koffie kopjes achteruit de keuken in liep. Daar moesten wij dan vreselijk om lachen. Nog leuker was het als er anderen bij zaten die de filmpjes nog nooit gezien hadden. Want dat mijn vader filmde vonden wij heel gewoon, maar aan de reacties van anderen te merken, was dat het niet.
Sinds de komst van de video camera zijn die 8mm films in de vergetelheid geraakt. Mijn vader had ze ergens in een doos opgeborgen, samen met honderden dia’s die hij in de loop van de jaren heeft gemaakt. Een paar jaar geleden heb ik die doos mee naar huis genomen toen mijn vader het wilde opruimen. Zo’n stuk familie archief zet je niet bij grofvuil. De films die hij jaren geleden op DVD heeft laten zetten, heb ik inmiddels op mijn computer staan. Een aantal heb ik al bekeken en bewerkt, de meesten nog niet.
Maar het hoeft geen film te zijn om mij mijn ouders te herinneren. Ieder kwartier slaat hier de klok, die zij hebben laten maken toen ze 40 jaar getrouwd waren, een melodie. Als ik met een stofdoek over die klok ga, hoor ik steeds weer de woorden van mijn moeder dat Ralf (haar hulp destijds) niet aan de klok mocht komen. Het zal me dan ook niet verbazen als ze over mijn schouders mee kijkt of ik het wel voorzichtig doe….
Zie voor een aantal 8 mm filmpjes mijn yourtube kanaal:
Vakmanschap
Posted on March 1, 2021 at 7:15 AM |
Met enige regelmaat staat er bij ons thuis een Brits TV programma aan waarin oude voorwerpen worden opgeknapt. Lampen, klokken, stoelen, koffers, het komt allemaal voorbij. Het zijn stuk voor stuk vakmensen die weten wat ze doen, of dingen uitproberen in de hoop dat het goed uitpakt.
Eén van de vakmensen is een meubelstoffeerder. Ik kijk met belangstelling naar wat deze man allemaal kan maken van een oude stoel of bank. En eigenlijk realiseer ik me nu pas wat een vakman mijn vader was. Ook hij was meubelstoffeerder en veel van de technieken die het programma laat zien, heb ik mijn vader zien doen. Maar ja als kind vond ik dat heel gewoon, dat was zijn werk.
Mijn vader begon zijn stoffeerders carrière toen hij 14 jaar was. Nou ja, toen kreeg hij van zijn vader te horen dat hij een baan voor hem had geregeld in een meubelmakerij. Maar na één dag hield hij het al voor gezien. Hij moest stapels hout van de ene kant van de ruimte naar de andere sjouwen en toen hij daar mee klaar was, moest hij het weer terug leggen. Dat weigerde hij en is weggelopen. Maar het meubelmaker vak vond hij wel interessant en bij een ander bedrijf mocht hij het vak komen leren. Hij heeft het de rest van zijn leven gedaan.
Omdat hij veel van huis was vond mijn moeder het prima dat hij thuis ook stoelen en bankstellen van een nieuwe look voorzag. Het kleine huisje waar we destijds woonden had een soort achterkamer waar de eethoek stond en die moest steevast ruimte maken voor andermans meubels. Als kind sjouwden we net zo makkelijk mee om de meubelstukken naar binnen te krijgen. Niet naar buiten, dat deed hij zelf, de meubels gehuld in dekens, omdat ze smetteloos bij de klant moesten aankomen.
Toen ik heel klein was heb ik een keer in de voetsporen van mijn vader willen treden. Ik had hem namelijk vaak knopen zien trekken in de rugleuning van een bank of stoel. Blijkbaar wilde ik dat ook en heb toen een uitgekauwd dropje op de smetteloze witte stof van een net gestoffeerde fauteuil gedrukt. Je kunt je voorstellen dat mijn vader hier op zijn zachts gezegd niet blij mee was. Hij moest wat verzinnen en belde de klant op met de mededeling dat het mooier zou staan als er een paar knopen in de rugleuning zouden komen. De klant vond dat prima en mijn dropje als uitgangspunt genomen heeft hij er een paar in de fauteuil geplaatst. De klant was er lyrisch over en het probleem opgelost. Maar dat betekende wel dat wij voortaan ver weg moesten blijven van de gestoffeerde meubels (voor zover dat kon in dat kleine huis). Uiteraard werd dat minder naar mate we ouder werden.
Mijn broers werden nog wel eens aan het werk gezet. Ze mochten helpen slopen of knopen maken. Het is dan zo leuk om in een TV programma zo’n zelfde machine te zien als mijn vader vroeger had. Ik heb ook wel eens knopen gemaakt, maar had niet de kracht om het apparaat goed aan te drukken waardoor de stof er niet goed tussen geklemd zat.
Eigenlijk vond ik het als kind vaak maar lastig, dat werken van mijn vader thuis. De kamer was altijd rommelig, je moest je schoenen aanhouden om niet in een verdwaalde spijker te stappen, het huis rook naar krijn of naar lijm. En toen mijn vader de beschikking kreeg over een compressor waar hij zijn nietmachine aan had gekoppeld, gebeurde het regelmatig dat hij een nietje tegen je benen aanschoot als je voorbij liep. Dat was zijn grapje.
Als ik nu naar dat programma kijk en de stoffeerder aan het werk zie, ruik ik de krijn weer en word ik een beetje melancholisch bij het horen aanslaan van een compressor. Het leuke van het programma is dat de man uitlegt wat hij doet en waarom hij doet wat hij doet. En daarmee krijg ik eigenlijk een kijkje in de vakmanschap van mijn vader. Want wat ik altijd voor lief heb genomen als zijn werk, realiseer ik me nu wat een vakman hij eigenlijk geweest is.
(TV programma; Salvage Hunters: the Restorers op Discovery)
Aan de erven van....
Posted on February 26, 2021 at 2:35 PM |
Toen mijn ouders allebei nog in leven waren, hielp ik ze al met hun administratie. Als er een brief van een instantie binnenkwam, werd deze voor mij bewaard om te lezen en te ‘vertalen’ naar een voor hun duidelijke taal. Ieder jaar vulde ik de belastingaangifte voor mijn vader in en als ze een bedrag terug kregen kreeg ik een bos bloemen, alsof ze dat geld van mij hadden gekregen!
Toen mijn vader overleed, kwam er wat administratie betreft veel op mijn moeder af. Ze opende de meeste enveloppen niet eens meer. Als ik binnen kwam zei ze “er is post voor je”. Ze had alle documenten in een ordner gedaan maar zelfs daarin was het onoverzichtelijk, voor mij in ieder geval, want voor haarzelf was het logisch. Al kun je wat vraagtekens zetten bij die logica.
Nadat mijn moeder overleed vond ik het niet meer dan logisch dat ik als contactpersoon werd geregistreerd. Via de uitvaartorganisatie werd ik aangemeld bij een nabestaandenloket waarin ik alle organisaties en bedrijven kon aanvinken waar mijn moeder contact mee had. Ik hoefde maar één keer haar overlijdensakte te uploaden. Een pracht systeem waar ik gretig gebruik van heb gemaakt. Ik heb mijn (contact) gegevens doorgegeven en via e-mail en post kreeg ik van alle aangevinkte instanties een reactie. Nou ja, van bijna alle instanties.
Mijn moeder had een betaalrekening bij de ene bank en een spaarrekening bij de andere bank. Ik was gemachtigd voor de betaalrekening dus dat was geen probleem. Binnen no time was alles van deze rekening geregeld. Maar van de bank die haar spaarrekening beheerd hoorde ik niets. Eerlijk gezegd dacht ik er ook niet meer aan. Pas toen ik begin januari met al haar paperassen aan tafel ging zitten om haar belastingaangifte in te vullen, realiseerde ik me dat ik nog niets van de bank had gehoord. Ik stuurde de bank een e-mail en als reactie daarop moest ik een identiteitsbewijs van mijzelf en de overlijdensakte van mijn moeder opsturen. Toen ik na een paar weken nog niets had gehoord, besloot ik via de website een formulier in te vullen om een overlijden te melden. Daarop kreeg ik een automatisch antwoord dat ik zo snel mogelijk antwoord zou krijgen. Inmiddels zijn we weer zo’n vier weken verder en vandaag kreeg ik een bericht van de bank dat ze mij om formulieren hadden gevraagd die ik ‘nog steeds niet’ had opgestuurd. Ik besloot hierop niet te reageren zoals ik eigenlijk had willen reageren. Ik heb de betreffende formulier uitgeprint en ingevuld, waarbij ik wel drie keer mijn adres heb moeten invullen (zucht). Ik stuur ze vandeweek wel een keer terug.
Maar los van de frustratie die zo’n bank bij mij weet te ontluiken, komen er steeds weer brieven binnen waarvan ik me afvraag waarom iemand bedacht heeft om mij zo’n bericht te sturen. Neem de brief van de belastingdienst die afgelopen week in mij brievenbus werd gestopt. Daarin staat dat ik aangifte heb gedaan voor mijn moeder en dat dit niet heeft geleid tot een voorlopige aanslag. Nu gaan ze de aangifte verder controleren en als dat gedaan is krijg ik daar bericht van. Dus eigenlijk weet ik nog niets.
Of de brief van de bank waar mijn moeder een betaalrekening had. Die stuurde mij deze week een brief dat ze de bankgegevens van mijn moeder aan de belastingdienst doorgeven. Lekker boeien dat doet iedere bank. Val me niet lastig met dit soort ongein. Want ondanks dat de inhoud van deze berichten nietszeggend is, zijn ze wel geadresseerd aan de erven van mevrouw Damen. En hoe raar het misschien klinkt, maar als ik dat door het venster van de envelop zie staan, komt het wel weer even binnen.
Dat ik na ruim zes maanden nog bezig ben met de nalatenschap van mijn moeder, had ik niet verwacht. Natuurlijk handel ik alles gewoon af en had ik het niet anders gewild. Maar ik ben bang dat het nog wel even duurt voordat ik van alle naweeën af ben. Wat dat betreft ben ik wel blij dat mijn moeder alle ‘officiële’ stukken altijd netjes bewaarde, in een order. Hoe onlogisch ook…
Sneeuwpret
Posted on January 18, 2021 at 1:45 PM |
Afgelopen weekend was er een beetje sneeuw gevallen en het leek wel of heel Nederland was losgeslagen! Het bleef niet eens liggen, maar voor sommigen was het een ware happening. Is dat omdat we nu in deze coronatijd niets hebben? Of is het al weer te lang geleden dat we een flink pak sneeuw hebben gehad?
Vroeger was alles beter zegt men, ook qua weer. Nu denk ik dat de opwarming van de aarde er wel voor zorg draagt dat de winters zoals we ze vroeger kenden, niet meer voorkomen. Ik weet nog wel dat we buiten speelden in de sneeuw en dat je om de zoveel tijd even naar binnen ging om je wollen wanten op de verwarming te laten drogen en je rode, bijna bevroren vingers onder de warme kraan liet ontdooien. Snel even wat drinken en een sanitaire stop, om even later weer verder te gaan met je sneeuwpop of met sneeuwballen gooien.
De sloot tussen de Laakweg en Laakkade was iedere winter bevroren zodat we er op konden lopen. Schaatsen was voor mij geen optie een ook vriendinnetje Yvonne had moeite om op het ijs op de been te blijven. Zelfs de ijzeren brug op de Rijswijkseweg was bedekt met een laag ijs. Mijn vader vertelde ooit dat een jongen een keer met zijn tong aan het ijs had staan likken en dat hij even later met zijn tong zat vastgevroren aan de brug. Of dat verhaal klopte of dat mijn vader probeerde te voorkomen dat wij ook zoiets stoms zouden doen weet ik niet, maar het werkte in ieder geval wel.
Als je 's morgens wakker werd stonden de ijsbloemen op de ramen. We hadden één kachel in de woonkamer, een oliekachel. Wie als eerste beneden was legde snel zijn kleren op de kachel zodat je, nadat je je had gewassen, warme kleren aan kon trekken.
Nee, die winters zoals we ze vroeger hadden, die krijgen we niet meer. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het niet erg vind hoor. Natuurlijk is de opwarming van de aarde een slechte zaak, maar als je met sneeuw en ijzel de straat op moet, daar word ik niet zo heel erg blij van. Als kind was het heerlijk om in de sneeuw te spelen, maar ik ben al een tijdje geen kind meer.... Alhoewel ik het voor de kinderen van nu wel een gemis vindt dat ze niet zo van de sneeuw kunnen als dat wij vroeger deden.
Hieronder een link naar een filmpje uit 1968, toen ik met mijn broers en zusje in de sneeuw speelde.
https://www.youtube.com/watch?v=Ed0KvyxQJk0&t=24s
Tante Annie en ome Kees
Posted on January 11, 2021 at 4:20 PM |
Als kind besefte ik niet dat er mensen in mijn leven waren die zomaar konden verdwijnen. En dan bedoel ik niet dat ze overlijden, want dat is onvermijdelijk. Maar dat mensen die je dagelijks ziet, ineens geen deel van je leven meer willen uitmaken. Inmiddels weet ik dat bepaalde mensen alleen in je leven blijven als je elkaar nodig hebt. Iedereen kan wel iemand bedenken die langzaam in de vergetelheid is geraakt, waar het contact mee verwaterd is.
Doordat ik de laatste tijd veel oude filmpjes van mijn vader aan het bekijken ben, kwam ik onze oude buren tegen. En ik herinnerde me dat dit oude stel eigenlijk altijd bij ons was. Ze zijn zelfs ook op de camping komen staan waar wij al stonden. Het was heel gewoon dat tante Annie en ome Kees bij ons sinterklaas kwamen vieren, al viel het mij wel op dat ze altijd binnen kwamen als de kado’s al gebracht waren, zo irritant dat ze nooit eens op tijd waren! Maar ook op onze verjaardagen waren ze er en met kerst. Zelfs toen mijn ouders 12,5 jaar getrouwd waren huppelden ze mee tijdens het feest. Zij waren een vaste factor in ons leven en we konden ook altijd bij ze terecht.
In mijn ogen waren ze toen al oud, ik heb het over begin jaren ’70. Ik heb geen idee hoe oud ze waren, maar ik schatte ze al over de zeventig. Zelf hadden ze geen kinderen, dus ook geen kleinkinderen. Wij woonden op nummer 8, naast ons de familie Holverda op nummer 10 en op nummer 12 woonden tante Annie en ome Kees Hageman. Opvallend dat we in die tijd heel veel ooms en tantes hadden en dat het soms moeilijk was om te onderscheiden wie nou echt familie was en wie niet. Maar deze mensen hadden een dusdanig respectabele leeftijd bereikt dat ook mijn ouders ze tante Annie en ome Kees noemden.
Eigenlijk konden we altijd bij ze terecht. Tante Annie hielp mij vaak met handwerkjes of gedichtjes en ome Kees was een echte knutselaar. Toen we op een leeftijd waren dat we met sinterklaas surprises gingen maken, fluisterden we hem in zijn oren wie we hadden getrokken en wat we gekocht hadden, met de vraag of hij een idee had wat we konden maken. Als je dan een paar dagen later bij ze kwam had hij een prachtige surprise gemaakt. Hij glom dan van oor tot oor als tijdens het uitpakken de complimenten door de kamer vlogen, al zou hij nooit zeggen dat hij het gemaakt had. Ik heb geen idee wat hij vroeger voor werk heeft gedaan, hij was al gepensioneerd in die tijd en hij sprak niet over vroeger. Alhoewel tante Annie nog wel eens liet vallen dat ze vroeger als dienstmeid had gewerkt.
Tante Annie was altijd vol bewondering over het feit dat mijn vader zo hard werkte voor zijn gezin. Overdag werkte hij voor zijn baas en in de avonduren spijkerde hij als meubelstoffeerder wat extra’s bij elkaar in ons kleine huisje.
Het was 1976 toen mijn ouders besloten een andere caravan te kopen. Tante Anne en ome Kees waren thuis toen deze geplaatst werd en om het een verrassing te houden zeiden we niets tegen ze. Als ze dan weer op de camping zouden komen, zagen ze ineens een nieuwe caravan staan. Maar in plaats dat ze gelijk op de koffie kwamen zoals altijd, liepen ze door en zeiden niets. “Ga eens even vragen of ze koffie willen” riep mijn moeder één van ons toe. Maar ze wilden niet en we hebben ze nooit meer gesproken. Wat de reden was dat (vooral) tante Annie boos was, hebben we nooit ontdekt. Het vermoeden is dat ze boos was vanwege de nieuwe caravan. En of het was dat ze er niet bij betrokken is geweest of dat ze de oude caravan had willen overnemen, we weten het niet. Maar voor ons als kind was het heel vreemd om deze vertrouwde mensen ineens niet meer in je leven te hebben.
Ergens had mijn moeder nog zoiets van: ‘als ze straks komen en ze vertellen wat er aan de hand was, vind ik het prima en zijn ze weer welkom.’ Maar dat sloeg om als een blad aan een boom toen ik samen met mijn moeder uit een taxi stapte nadat we uit het ziekenhuis kwamen. Voor onze deur stond de wijkagent te wachten en hij liep met ons mee naar binnen. Hij waarschuwde mijn moeder voor ‘dat mens van nummer 12’. “Ze heeft je man verraden dat hij zwart bij werkt” zei hij. “het is een gevaarlijke vrouw, daar wil je niet mee te maken hebben.” En dat was uiteindelijk ook wat er gebeurde. We hadden niets meer met ze te maken. Daar waar ze eerst vol lof over het harde werken van mijn vader sprak, probeerde ze hem nu te verlinken. De wijkagent ging er niet op in en mijn vader heeft er nooit meer iets over gehoord. Maar het was wel een gemene streek die ze leverde.
Op de camping liepen ze een andere route zodat ze niet langs onze caravan hoefden te lopen. Thuis was het vreemd om niet even bij ze naar binnen te lopen om iets te bespreken of te laten zien. We merkten wel dat ome Kees er erg veel moeite mee had en het duidelijk niet met zijn vrouw eens was. Maar ja, die man had niets te vertellen. Als we hem alleen troffen en gedag zeiden, zag je hem helemaal opfleuren.
Op een dag zagen mijn moeder en ik een ambulance in de straat bij nummer 12 voor de deur. Ome Kees verdween erin. We wilden dolgraag weten wat er aan de hand was en hebben uiteindelijk via via gehoord dat hij is overleden. Kort daarna zijn wij verhuisd en van tante Annie hebben we nooit meer wat gehoord. Wat moet die vrouw eenzaam zijn geweest op het laatst.
Ondanks dat het allemaal zo raar en onaardig verlopen is, heb ik nog wel warme herinneringen aan deze buren. Ze waren een soort oma en opa voor ons. Een schakel naar het verleden waar vooral tante Annie nog wel eens over vertelde. Ik had ze graag tot aan hun eind in mijn leven gehad, maar blijkbaar hadden zij ons niet meer nodig toen ze besloot om abrupt uit ons leven te stappen.
Kerst tradities
Posted on December 8, 2020 at 1:40 PM |
Gisteravond was er een kerstfilm op TV die ging over kerst tradities. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik niets met kerst heb, maar een kerstfilm ben ik altijd wel voor in de stemming. En eerlijk gezegd zette deze film mij wel aan het denken over onze eigen kerst tradities.
Als ik terug kijk naar mijn jeugd was het eigenlijk altijd alleen maar eten waar het om draaide. Oma kwam steevast op bezoek en ook de oude buurtjes kwamen in de middag een borreltje drinken. In de hoek van de eetkamer stond een kerstboom en er zullen ongetwijfeld nog her en der wat versieringen in de kamer hebben gehangen. Mijn moeder hield daar wel van. Mijn vader niet. Die had niets met kerst. Maar ik kan me niet herinneren dat we specifieke tradities hadden.
Naar mate we ouder werden veranderde ook de kerstviering. Alhoewel, een viering kon je het niet noemen. We waren vrij en mijn moeder zorgde ervoor dat er genoeg te eten en drinken in huis was. Er bleef altijd wel iemand eten. Als het oma niet was, was het wel een vriend(inne)tje, een kennis of een oom en tante. Of allemaal!
Maar de kerst die mij het meest is bijgebleven is die van 1969. Mijn ouders hadden twee huisjes gehuurd op de camping de Jutberg. We stonden er het hele seizoen met (toen nog) een tent en die winter hadden we huisjes gehuurd: de Graspieper en de Pimpelmees. In de Graspieper sliepen mijn ouders, mijn zusje, de moeder van mijn moeder met haar man (oma en opa dus), en mijn moeders broertje Sjaak. In de Pimpelmees sliepen oma (mijn vader’s moeder), de zwangere zus van mijn vader en haar man, mijn twee broers en ik. Kennissen van de camping die een caravan hadden verbleven in hun eigen stulpje, zoals de ouders van vriendinnetje Jola. Zij kwamen iedere avond bij mijn ouders in het huisje langs en die stond dan blauw van de rook. Er werd gegeten, gedronken, gerookt, gekaart en heel veel gelachen.
De camping was bedekt met een dik pak sneeuw en de wegen waren spiegelglad. Het zag er allemaal sprookjesachtig uit, ondanks dat ik een paar keer flink onderuit ben gegaan. Ik was zeven en speelde met Jola in de sneeuw. Heel veel kan ik met niet meer herinneren, maar wel dat het ijskoud was en dat mijn vader in het huisje waar ik sliep, op oudejaarsdag heel veel oliebollen heeft staan bakken. Dat wij kinderen die avond in het huisje bij mijn ouders in bed zijn gelegd samen met Jola en haar broertje Bas en dat we om twaalf uur wakker gemaakt werden. Dat mijn moeders moeder doodziek was en het grootste deel van de vakantie op de bank lag. Het mensje hoestte zich af en toe de longen uit haar lijf, maar dat weerhield niemand er van een sigaret op te steken. Achteraf bleek dit haar laatste kerst te zijn.
Met mijn kinderen heb ik ook niet echt een traditie opgebouwd. Toen ze klein waren stond er wel een kerst boom in huis, maar daar was ik al snel klaar mee. Niet alleen omdat ik het belachelijk vind om een boom in je kamer te zetten en daar ballen in te hangen, maar ook de zooi die je er van hebt. En met twee katten is het al snel bekeken. Daarbij hadden we, sinds we een hoekbank hadden, niet echt een plek om een kerstboom neer te zetten.
Ik zie de kerst als twee verplichte dagen ‘opzitten en pootjes geven’. En dat is nou juist hetgeen waar ik zo’n moeite mee heb, dat verplichte. Dat er van je verwacht wordt dat je er bij bent en het leuk hebt. En toch, nu dit jaar ook mijn moeder is weggevallen en daarmee ‘de verplichting’ ( je hoeft niet te komen hoor, maar hoe laat ben je er?), voelt het raar om niet naar haar toe te kunnen. Niet even een kopje koffie drinken of samen eten. Misschien is daarmee wel een van mijn onbewuste kerst tradities weggevallen.
Herfstvakantie
Posted on October 20, 2020 at 7:05 PM |
De herfstvakantie is begonnen. Niet dat ik daar iets van merk nu ik geen schoolgaande kinderen meer heb, maar de gedachten aan de herfstvakantie maakt me altijd wat melancholiek.
Niet alleen omdat de herfst is begonnen en het einde van het jaar zicht is. Eerlijk gezegd vind ik dit wel een fijn jaargetijde. De heerlijke geuren en mooie kleuren van de natuur maken me warm van binnen. Nee, bij herfstvakantie denk ik onwillekeurig terug aan de tijd uit mijn jeugd dat we naar de camping gingen. De Paasvakantie was altijd de start van het seizoen en tijdens de herfstvakantie sloten we de boel weer af. Daartussen gingen we ieder weekend en de hele zomervakantie naar camping de Jutberg.
Met het afsluiten van de caravan, sloten we ook het (kampeer) jaar af. We wisten dat we onze vrienden de hele winter niet zouden zien. Waarschijnlijk komt daar dat melancholische gevoel ook een beetje vandaan. Het vooruitzicht van die donkere wintermaanden legde een schaduw over de vrolijke herfstkleuren van het Veluwse bos. Uren lang kon ik door het bos slenteren terwijl ik de dorre herfstbladeren sloffend wegschopte. Toen onze hond nog leefde ging hij graag met mij mee, waarbij we samen op een van de zeven heuvelen op adem kwamen en de omgeving in ons opnamen.
Als ik nu naar buiten kijk, zie ik de weelderige bladeren van de oude berk in de tuin langzaam op de grond vallen. Nog even en er zijn alleen nog kale takken over. De bladeren hebben hun groene kleur verruild voor een mengelmoes van roodbruin en geel. Een prachtig gezicht en diep in mijn hart verlang ik naar zo'n boswandeling zoals ik die veertig jaar geleden met onze hond maakte. Dit jaar hebben we nog geen 'Veluwe gesnoven' zoals ik dat vaak noem. Eigenlijk zit ik te popelen om weer even op de Jutberg te gaan kijken. Helaas is er niemand meer waar we even langs kunnen gaan. Lekker wat oude herinneringen ophalen terwijl we omringt worden door de geuren en kleuren van het bos.
"Wat let je om te gaan?" zal je waarschijnlijk denken. Covid, om precies te zijn. Afgelopen weekend waren er weer veel te veel mensen in de bossen aan het wandelen. Ik wil daar niet een van zijn, hoe graag ik me ook wil laten omringen door de bossen.
Maar we hebben nog wel wat in het vooruitzicht;
Volgende maand gaan we een midweek naar een bungalowpark op de Veluwe. Ik hoop dat alles dan nog niet helemaal kaal is, zodat we nog van de herfst kunnen genieten. Gaan we eindelijk weer een keer Veluwe snuiven.
Stofnesten opruimen
Posted on September 28, 2020 at 3:05 AM |
Vaak heeft een kleine verandering grote gevolgen. Neem nou de klok van mijn ouders. Toen zij in 1999 40 jaar getrouwd waren hebben ze een wandklok laten samenstellen. De kast, de wijzerplaat, wijzers, uurwerk, melodieën, alles hebben ze zelf uitgezocht en als geheel aan de muur gehangen. Binnenin zit een koperen plaatje met de tekst
“Jan en Cobie 1959-1999." Op zich is het een mooie klok, maar ik zou zelf zo'n ding niet aanschaffen.
Nu mijn beide ouders er niet meer zijn en we hun huis aan het leegmaken waren, kwamen we ook bij de klok met de vraag “wie wil hem hebben?” Ondanks dat we hem alle vier wel mooi vinden, hebben we er geen van vieren de plek of de inrichting voor. Maar het is natuurlijk vreselijk zonde om dat ding te verkopen of weg te geven. Uiteindelijk hebben Peter en ik besloten dat wij de klok adopteren. Maar daar moet wel het een en ander voor veranderd worden in de woonkamer.
Er staat nu een computerkast in onze woonkamer die mij al langer een doorn in het oog is. Niet qua uiterlijk, want hij is van hetzelfde soort als de rest van onze meubels en past er dus prima bij. Maar het is zo’n groot ding. Daarbij is de computer die er in huist al menig jaartjes oud. Als hij al direct opstart, gaat dat tergend langzaam, met vaak nog de kans dat hij ineens vastslaat. Dan moet hij ‘met grof geweld’ uitgezet worden en weer opnieuw opgestart. Vooral met thuiswerken geeft dat wel eens problemen, want ik ben al gauw een half uur tot drie kwartier bezig om in mijn werkomgeving in te loggen.
We besloten daarom dat de computer én de kast uit de kamer weg moeten. Dan wordt dat een mooie plek om de klok op te hangen. Daar moeten dan wel de foto’s van het eerste levensjaar van de kinderen ook voor wijken, maar daar vinden we wel weer een plekje voor. Om toch nog snel op een computer te kunnen werken en in mijn werkomgeving te kunnen inloggen, besloot ik om van de erfenis van mijn ouders een laptop te kopen. Zo kan ik de komende tijd ook sneller inloggen op mijn werkomgeving.
Maar alleen een kast uit de kamer halen is niet voldoende. We roepen al een tijdje dat we toe zijn aan een ander bankstel en nu we toch de boel gaan veranderen is dit een mooie gelegenheid om het allemaal in één keer te doen. Van de rest van de erfenis hebben we een nieuw bankstel gekocht en dat wordt morgen gebracht.
Maar dan zijn we er nog niet. Want een nieuw bankstel, een ‘nieuwe’ klok, dan moet toch op zijn minst ook de muur een nieuw kleurtje krijgen. Vanmiddag gaat Peter de muur verven. En om er goed bij te kunnen heb ik zojuist de boekenkast leeggehaald zodat deze straks makkelijk van de muur te verplaatsen is. Het lijkt alsof we geen boeken hebben, als ze netjes in de kast staan opgesteld. Maar nu ik ze er allemaal uitgehaald heb, schrok ik toch wel van het aantal! En eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik veel nog niet eens gelezen heb, of maar half. Ik haak eigenlijk best wel snel af tijdens een boek.
En zo blijkt dat een beslissing om een klok van mijn ouders in huis te nemen er als een soort domino effect voor zorgt dat we straks een heel andere huiskamer hebben. Waarbij het ook wel weer eens goed is voor het opruimen van de stofnesten. En dan bedoel ik niet alleen de stofnesten in mijn woonkamer, maar vooral ook die in mijn hoofd.
Afgesloten
Posted on August 30, 2020 at 7:55 PM |
Het is klaar. Het huis waar mijn ouders de laatste jaren van hun leven hebben gewoond, is leeg, afgesloten en bestemd voor iemand anders.
Na het overlijden van mijn moeder hadden we geen andere keuze dan al haar spulletjes te verdelen of weg te doen. Haar spulletjes, want de spullen van mijn vader had ze zelf vorig jaar al opgeruimd. Vlak na zijn overlijden is ze begonnen met het opruimen van zijn CD’s, films, gereedschap, kleding. De paar sieraden die hij bezat is verdeeld onder de kinderen. Als ik aan haar vroeg waarom ze ineens alles weg wilde doen zei ze “waarom moet ik het bewaren?” Zelf denk ik dat het voor haar een manier was om te dealen met de dood van haar grote liefde. Zolang ze bezig was, was de pijn en het gemis nog enigszins te dragen. Toen er niets meer op te ruimen was, viel ze in een zwart gat. Heel af en toe konden we haar zover krijgen dat ze ergens mee naar toe ging, maar eigenlijk zat ze op de bank, doelloos. In het begin had ze nog wat afleiding van de televisie, maar toen ze last begon te krijgen van de tumoren in haar hoofd en het haar niet lukte om met de telefoon de tv aan te zetten, gaf ze ook daar de brui aan. Ze kon steeds minder, vooral wat apparaten betreft. Koffie zetten, koken, de telefoon aannemen, TV aanzetten, de meest basale dingen lukte haar niet meer.
Toen ze uiteindelijk inzag dat ze ons ook niet meer om te tuin kon leiden en toegaf aan de hulp die we voor haar hadden ingeschakeld, ging het snel achteruit met haar. Binnen een paar weken heeft ze zich overgegeven aan de dood, die al een tijdje op haar had staan wachten. Het is een troost te weten dat ze weer samen is met mijn vader, die ongetwijfeld bij haar aankomst heeft geroepen “waar bleef je nou?”
En dan is het aan ons, haar vier kinderen, om het huisje leeg te maken. Dan loop je dat huisje binnen waar de jas van mijn moeder nog aan de kapstok hangt en haar parfum weinig subtiel door de gang verspreidt. Vertrouwd en tegelijk confronterend. Het was eigenlijk best vreemd en fijn tegelijk dat sommige kasten al helemaal leeg waren. De kastenombouw van hun bed was aan de kant van mijn vader helemaal leeg. Net als de linnenkast. Het was nu al een heel gedoe om alle spullen te doorlopen en te beslissen wat we er mee gingen doen. Als we ook nog met de stapels CD’s, gereedschap en andere spullen van mijn vader hadden moeten leuren, waren we er nog veel langer mee bezig geweest. Wat dat betreft was het een zegen dat ze dat vorig jaar al weggedaan heeft. Toch blijft het een vreemd idee om door alle papieren en persoonlijke zaken van mijn ouders te snuffelen. Wat moeten we bewaren, wat kan weg. De koopakte van het huis dat ze in 1977 hebben gekocht en 18 jaar geleden verkocht hebben, keurig bewaard in een plastic map, dat kan weg. En zo kwam er zestig jaar huwelijk door onze handen. Sommige papieren bevatten een emotionele waarde, zoals hun trouwboekje waar wij vier kinderen in zijn bijgeschreven.
We hadden een maand de tijd om alles leeg te maken. Een medewerker van de woningbouwvereniging kwam langs en vertelde ons wat er uit het huis verwijderd moest worden en wat mocht blijven. Hij was coulant, de plavuizen in de woonkamer/keuken mochten blijven liggen, net als de vloerbedekking op de trap. Ook het zonnescherm in de tuin mag blijven hangen. Verder moest alles eruit. We hebben geprobeerd een aantal meubels te verkopen, maar daar was geen belangstelling voor. Alleen de salontafel in de vorm van een boot, is nog voor een leuke prijs verkocht Maar het bed, het eiken wandmeubel, de TV kast en de stoel van mijn vader zijn met grofvuil meegegaan. Net als heel veel klein spul dat niemand wilde hebben.
En daar stond het dan, buiten in de regen en wind. De spullen waar mijn ouders hun zuurverdiende centen aan hebben uitgegeven. Waar ze jarenlang zo zuinig op zijn geweest. We hebben het buiten gezet en het is meegenomen door de gemeente reiniging ter vernietiging.
Dan komt het moment dat we voor de laatste keer door de woning lopen. Nog even een bezem door een kamer, wat laatste dingen in een vuilniszak en wachten op de medewerker van de woningbouw vereniging die de eindcontrole komt doen. Hij liep naar zolder en van daaruit naar de kamers op de eerste etage. Binnen een zucht was hij terug, nam de meterstanden op en na nog geen tien minuten zette ik mijn handtekening en leverde ik de sleutels van de woning van mijn ouders in.
De afgelopen maand hadden we nog een plek waar we samen kwamen om op te ruimen. We hebben gelachen, gevloekt, tranen weggeveegd, spullen weggegooid, spullen gekoesterd, net als herinneringen die hiermee terug kwamen. Met het inleveren van de sleutels hebben we definitief afscheid genomen van de plek waar onze ouders hun laatste jaren hebben doorgebracht. Geen van ons heeft daar gewoond, maar het voelde als een vertrouwde plek. Vertrouwd door de bewoners en vertrouwd door de spullen die ze daar omringden.
Huis opruimen
Posted on July 28, 2020 at 9:00 PM |
Rondkijkend door het huisje van mijn moeder moeten we bepalen wat we met haar spulletjes gaan doen. Natuurlijk wisten we allang dat dit moment er een keer aan zat te komen, maar nu is het definitief. Spulletjes die ze in de loop van haar huwelijk met mijn vader heeft verzameld en gekoesterd. Wie wil wat hebben? We voelen ons alle vier schuldig wanneer we ons hoofd schudden bij het opnoemen van de voorwerpen. In de meeste gevallen is het niet onze smaak en past het niet in ons eigen interieur. Maar er zitten dingen tussen waarvan we weten dat ze dat hun hele leven hebben gehad. Een pinda stel als verlovingscadeau, een schilderij als huwelijkscadeau, een horloge voor haar 12 ½ jarig huwelijk. En zo komen we dingen tegen die totaal geen waarde hebben, maar waar een enorm emotioneel prijskaartje aan hangt. Dat gooi je niet in de container of zet je niet bij grofvuil.
Inmiddels heb ik een aantal dingen mee naar huis genomen waarvan ik nooit gedacht had dat ik die in mijn huis zou willen. Het gaat niet zo zeer om de voorwerpen zelf, maar om de waarde die mijn ouders er aan hechtte. Gelukkig zijn we met vier kinderen en drie kleinkinderen en hebben we veel van deze zaken kunnen verdelen. Wat de één niet wil, heeft de ander meegenomen. Zo blijft het toch nog in de familie. Er blijft genoeg over wat via marktplaats verkocht kan worden of weggegeven. Vooral de grote meubels. Apetrots waren mijn ouders op het grote eiken wandmeubel dat ze ooit hebben uitgezocht. In de woning van toen hadden ze een lange muur waar hij perfect paste. Toen ze gingen verhuizen naar deze woning waren ze dan ook dolblij dat het wandmeubel hier ook een plekje kon krijgen. En nu moeten we er vanaf.
Het voelt als een soort inbreuk om alle kastjes en laatjes open te maken en te bekijken wat er in zit. Documenten waarvan we moeten beslissen of het door de versnipperaar moet, of toch nog bewaren. Gelukkig zijn mijn ouders altijd open geweest over alles, dus komen we niet voor verrassingen te staan. Maar het is toch wel bijzonder om ineens hun trouwboekje in je handen te hebben met daarin de geboorte aangiftes van de vier kinderen. Of het lidmaatschapskaartje van de judo bond waar mijn vader tot mijn geboorte lid van was.
Twee jonge mensen die na vier jaar verkering gingen trouwen, amper 21 jaar oud. Nu, ruim 61 jaar later, zijn ze alle twee van de aardbodem verdwenen. Wat over is zijn de spulletjes die zij in de loop van de tijd hebben aangeschaft of gekregen. Wetende dat ze alle twee heel zuinig waren op hun spullen. Het is zo’n gekke gewaarwording dat wij nu moeten beslissen wat er met de spullen gebeurd. Je kan ze maar één keer wegdoen. Borduurwerkjes waar mijn moeder úren mee bezig geweest is en waar mijn vader met zorg een lijst omheen gemaakt heeft, met als blikvanger een afbeelding van de Nachtwacht. Ze hingen verdeeld in hun woning en nu liggen ze op een stapel met een groot vraagteken.
Vandaag zijn er weer wat spullen uit huis weggehaald. Zoals de linnenkast. De kleding uit de kast halen was wel even moeilijk, want dat was erg persoonlijk. Ik verwachtte ieder moment mijn moeder achter me die zei “nee, laat dat maar hangen, dat ga ik nog dragen.”
Koninklijke inhuldiging
Posted on July 7, 2020 at 4:05 AM |
In de woning van mijn moeder ligt een schat aan fotomateriaal. Mijn vader heeft altijd veel gefotografeerd en gefilmd. Mijn moeder geeft daar niet veel om, maar ik vind het geweldig om al deze momentopnames te bekijken.
Onlangs heb ik de oude foto’s van mijn vader weer eens tevoorschijn gehaald en heb mij wederom vergaapt aan al die kiekjes uit het verleden. Met mensen die ik niet ken, of mensen die ik wel herken maar geen idee meer hebt wie het zijn.
Maar ook foto’s van de vriendengroep van mijn vader, waar ik sommige gezichten nog van herkende omdat hij deze jongens nog altijd is blijven zien. Leuk om ze dan als tieners terug te zien.
Foto’s van mijn oma, mijn vaders moeder, waarin ik zo duidelijk mijn vader herken. “Het is net of mijn vader hier een jurk aan heeft” zei ik. Behalve mijn vader zag ik ook het gezicht van nichtjes erin. Grappig hoe je ziet dat familie zo op elkaar lijkt.
Al die foto’s omvatten het leven van mijn ouders en van ons als gezin, samengepakt in albums en dozen. Gek eigenlijk dat ik bij bepaalde foto’s nog precies weet waar en wanneer die gemaakt zijn. Dat je daar dan een gevoel bij krijgt dat je direct weer terug brengt naar dat moment.
Terugkijkend naar al die mensen die ooit deel hebben uitgemaakt van het leven van mijn ouders en van ons gezin, zie je ook hoeveel mensen ons inmiddels zijn ontvallen. Of mensen die door een scheiding uit ons leven zijn gestapt. Je realiseert je dan pas dat het leven constant in beweging is en dat je eigen leven zich aanpast aan de tijd en de mensen die er op dat moment deel van uitmaken.
Maar het mooiste dat ik tussen al die herinneringen terugvond was een toegangspas. Een pas, uitgegeven door de gemeente politie van Amsterdam aan mijn vader, waarmee hij toegang had tot de nieuwe kerk in Amsterdam. Dat was in 1980. Het bedrijf waarvoor mijn vader werkte had de opdracht gekregen om het podium waarop de inhuldiging van koningin Beatrix zou plaatsvinden, te bekleden met tapijt. Mijn vader kreeg de eer om deze klus uit te voeren. Hij heeft het nog vaak verteld en uiteraard kan ik het me nog herinneren. Maar de toegangspas heeft hij nooit laten zien en ineens had ik hem in mijn handen. Het duurde even voordat ik doorhad waar deze pas van was. Ik weet nog dat er destijds een item op het journaal was over de voorbereidingen in de Nieuwe Kerk en dat mijn vader in beeld was, op zijn knieën op dat podium. Tegenwoordig kun je al dat soort dingen terugkijken, maar dat was toen nog niet. Ik heb wel een foto gevonden waarop de net ingehuldigde koningin met haar hele gevolg staat, op het tapijt dat door mijn vader daar gelegd is. Gek idee eigenlijk, dat er over zijn zorgvuldig gedane arbeid werd gelopen zonder dat iemand daar ook maar aandacht voor heeft gehad.
Meer tussen hemel en aarde
Posted on January 26, 2020 at 8:05 PM |
Er hebben zich in mijn leven al diverse situaties voorgedaan waardoor ik weet dat er meer is tussen hemel en aarde. Het is voor mij geen kwestie van geloven, het is een kwestie van weten. Toch zullen er altijd mensen zijn die er niets mee hebben en dat is hun goed recht. Ik zal ook nooit proberen die mensen ervan te overtuigen dat er wél meer tussen hemel en aarde is. Maar er zijn wel situaties die zo bijzonder zijn, dat ik ze graag met anderen wil delen.
Vorig jaar is mijn vader overleden. Als er iemand niet geloofde in de geestenwereld, dan was het mijn vader wel. “Dat jullie die onzin geloven” zei hij met enige regelmaat. Zelfs wanneer we met ‘bewijzen’ kwamen wuifde hij dat altijd van tafel als toeval of onzin.
Een paar weken na het overlijden van mijn vader bezocht mijn zusje Anita een paranormaal beurs. Anita nam plaats bij een bevriend medium, Ed van Roosmalen. Anita en Ed kennen elkaar al zo’n 25 jaar. Aan het eind van zijn waarneming vroeg Ed aan Anita of ze nog een vraag had. Ze vroeg hem of hij al iets doorkreeg van mijn vader. Ed zei dat het nog te vroeg is, maar hij wist wel te vertellen dat mijn vader erg onder de indruk was van de uitvaart die we voor hem geregeld hadden. Ook verteldehij dat hij doorkreeg dat er iets veranderd was aan de volgorde van de muziek . Tenslotte vertelde Ed dat mijn vader doorgaf dat we vier mensen niet hadden uitgenodigd en dat hij daar erg blij om was omdat hij die er niet bij had willen hebben. Anita had het consult opgenomen en heeft het mij laten horen, vandaar dat ik weet wat er allemaal gezegd is. Het enige vervelende is dat we daarna allemaal zaten te bedenken wie die vier mensen geweest kunnen zijn….
Inmiddels is het consult van Anita bij Ed 7 maanden geleden en nu waren Peter en ik weer eens op de paranormaal beurs. We zagen Ed zitten en schoven bij hem aan voor een consult. Hij vertelde veel over een verandering die ik aan het ondergaan ben en ook aan het eind van mijn consult vroeg hij of ik nog een vraag had. “Vorig jaar is mijn vader overleden en ik ben benieuwd of je iets van hem binnen krijgt” vroeg ik.
Ed was even stil en zei toen dat hij doorkreeg dat mijn vader zich op het laatst van zijn leven moeilijk kon bewegen, hij vroeg of dat klopte. Ik bevestigde dat. Ed kreeg een glimlach op zijn gezicht toen hij vertelde dat mijn vader zich er over verwonderde dat hij als geest door mensen heen kon gaan. “Hij wil dan tegen bepaalde mensen ‘BOE!’ roepen, maar dat kan niet. "Dat zijn mensen die niet waren uitgenodigd voor zijn uitvaart, die zijn van bovenaf bij jullie gewist omdat hij die er niet bij wilde hebben.” Ook nu zei Ed dat mijn vader zijn uitvaart zo mooi vond “ ‘Je maakt zo iets maar één keer in je leven mee’ zegt hij en hij moet daar hard om lachen.” Ik kon mij een goede voorstelling maken van hoe mijn vader dat gezegd zou hebben en er om had gelachen. Ten slotte vroeg Ed of er iets gewijzigd was in de volgorde van de muziek. Ik zei dat we inderdaad met nummers hebben zitten schuiven tijdens de voorbereidingen.
Aan het eind van het consult vertelde ik aan Ed dat Anita vorig jaar bij hem was geweest en dat hij tegen haar precies hetzelfde over mijn vader heeft gezegd. “O, dat weet ik niet meer” zei Ed. Dat snap ik dat hij dat niet meer weet. Hij heeft in die 7 maanden zoveel consulten gedaan en hij weet niet wat hij tegen iedereen verteld heeft. Waarschijnlijk heeft hij niet eens de link gelegd tussen Anita en mij. Ed vond het zelf ook heel bijzonder dat hij nu, ruim een half jaar later, dezelfde dingen doorkreeg als toen.
Als ik dit aan mijn vader zou hebben verteld, zou hij me heel ongeloofwaardig hebben aangekeken en het op onzin of toeval hebben toegeschreven. Inmiddels weet hij zelf wel beter....
Ik heb het trouwens opgegeven om te achterhalen wie we vergeten zijn een kaart te sturen voor zijn uitvaart. Voor zover ik weet waren alle dierbaren aanwezig. En zoals Ed aangaf, die personen zijn uit onze gedachten gewist, dus we zullen er nooit achter komen.
Voor wie geinteresseerd is in een consult bij Ed:
https://www.spiritueleorganisatiebalans.org/cons.html" target="_blank">http://https://www.spiritueleorganisatiebalans.org/cons.html
Vlam gevat
Posted on November 10, 2019 at 1:35 PM |
Mijn nieuwe manier van eten heeft nogal voor wat ommekeer gezorgd. Zo kookte Peter altijd, omdat hij eerder thuis is dan ik. Als ik van mijn werk kwam, kon ik zo aan tafel. Tegenwoordig maak ik een boodschappenlijstje en zorgt hij dat, als ik thuis kom, de benodigdheden in huis zijn. Ik ga dan alsnog aan de slag om een nieuw recept uit te proberen. Deze recepten zijn over het algemeen goed te doen, zowel qua bereiding als qua smaak. Al zitten er wel een paar tussen die niet direct voor herhaling vatbaar zijn. Maar dat weet je natuurlijk pas als je het geprobeerd hebt.
Voorraad
Ook de voorraad in de koelkast en de voorraadkast is duidelijk veranderd. In plaats van magere producten staat er nu een paar emmers Griekse yoghurt in de koelkast, 48+ kaas en roomboter, om maar een paar voorbeelden te geven. Ik heb ingrediënten in huis waarvan ik niet eens wist dat het bestaat. Verder gebruiken we alleen verse en onbewerkte spullen. Best wel een uitdaging. Vooral omdat ik nogal van het makkelijke ben. Hoe minder moeite ik moet doen om iets te bereiden, hoe eerder ik geneigd ben om er aan te beginnen. Ik vond het dan ook helemaal niet erg dat Peter altijd kookte. Maar het roer moest om en dat betekent dat ik in de afgelopen weken al een knolselderij heb staan schoonmaken, een flessenpompoen (had er nog nooit van gehoord) heb geslacht en pastinaken heb staan schillen.
Bananenbrood
Gisteren bedacht ik om een bananenbrood te maken. Op het plaatje ziet het er lekker uit en veel ingrediënten heb ik al in huis. Nog een paar dingetjes halen en ik kon aan de slag. Voor het mengen van de ingrediënten moest ik kokosolie smelten. Voor wie (net als ik hiervoor) nog nooit kokosolie heeft gebruikt; het is een stevige massa in een pot en door het warm te maken wordt het vloeibaar. Ik had een lepel kokosolie in een steelpannetje gedaan. Met mijn vinger haalde ik het goedje dat aan de lepel bleef zitten er af en zette de inductiekookplaat aan. Ik draaide een kwartslag om de vette lepel gelijk in de vaatwasser te leggen en deed de kraan open om die vette zooi van mijn handen te wassen. Plotseling hoorde ik PLOP! uit de richting van het pannetje. Ik keek die kant op en zag dat de kokosolie stond te branden. Echte vlammen! Een paar seconden stond ik gehypnotiseerd naar die vlammen te staren en hoopte dat ze vanzelf uit zouden gaan. Maar toen dat niet gebeurde pakte ik het steelpannetje op en zette het in de gootsteen, waar de vlammen minder kwaad zouden kunnen, terwijl ze bleven dansen in de pan. Ik wist nog dat ik er geen water op mag doen en bedacht me ineens dat ik tijdens de BHV lessen geleerd heb om er een deksel op te doen. Nu heb ik alleen glazen deksels, maar dat is dat weer beter dan niets. Ik hoopte alleen dat het glas niet zou barsten. Ik legde het deksel rustig op het pannetje en zag direct de vlammen doven.
Rook ontwikkeling
Omdat ik een spetter van de olie op mijn hand had gekregen wilde ik de koude kraan aanzetten om over mijn hand te laten lopen, maar dat vond mijn pannetje niet zo leuk, die begon gelijk te sissen. Intussen was er in de kamer een behoorlijke rookontwikkeling ontstaan en heb ik snel de tuindeur en het keukenraam open gezet, terwijl de poezen alle twee niet wisten hoe snel ze kamer uit moesten.
Nadat het pannetje was afgekoeld heb ik het schoongemaakt, met het idee dat hij waarschijnlijk wel bij grof vuil kon. Maar hij zag er weer spik en span uit, dus kon ik voor de tweede keer een beetje kokosolie smelten. Nu verloor ik het pannetje niet uit het oog en ging het, net als voorgaande keren, goed.
Zelfontbrandingstemperatuur
En dan denk je, inductiekoken en dan toch de vlam in de pan? Van de BHV instructeur had ik al begrepen dat dit inderdaad kon. Op internet staat daar het volgende over:
"Vlam-in-de-pan is de benaming van het verschijnsel waarbij hete olie in een pan in brand vliegt. De ontsteking gebeurt doorgaans door het overkoken waarbij de olie in contact komt met de warmtebron onder de pan, de olie kan echter ook de zelfontbrandingstemperatuur bereiken en spontaan ontbranden."
Omdat er geen sprake was van overkoken, is in mijn geval de zelfontbrandingstemperatuur (leuk scabble woord) de oorzaak geweest.
Het bananenbrood is overigens goed gelukt en zeker voor herhaling vatbaar. Al denk ik dat ik er de volgende keer een variatie op maak. Straks in mijn kookboek een recept uit zoeken voor het eten van morgen, zodat Peter weet welke boodschappen hij moet halen.
Pasen
Posted on April 22, 2019 at 4:15 AM |
Pasen, voor sommigen mensen heeft het een religieuze betekenis voor mij is het gewoon een extra vrije dag. En paaseitjes natuurlijk!
Gisteren op eerste Paasdag ging ik even bij mijn ouders langs en ik zei tegen mijn moeder dat we vroeger toen de kinderen nog klein waren, altijd naar de camping kwamen met Pasen. Als ik nog verder terug ga in de tijd was Pasen altijd de start van het kampeer seizoen. De caravan werd na de winter van binnen en van buiten helemaal schoon gemaakt. Dat was altijd wel een dingetje, want als Pasen vroeg viel was het nog koud, hadden we nog nachtvorst. We sliepen dan in de caravan in plaats van onze tenten. Maar viel Pasen later, zoals dit jaar, dan was het vaak zweten tijdens het soppen. Ik kan me nog herinneren dat ik zelfs een keer samen met mijn moeder een koud biertje heb gedeeld tijdens de schoonmaak klus! Moet ik er wel bij zeggen dat dat het enige biertje is geweest dat ik ooit in mijn leven gedronken heb.
Toen we nóg kleiner waren was er ieder jaar steevast een chocolade paashaas bij het ontbijt of een netje chocolade eieren. Mijn moeder kookte dan zo’n 20 tot 30 eieren en het was een sport om te kijken wie de meeste op kon. Die strijd heb ik nooit gewonnen overigens. Na het ontbijt gingen we met alle kinderen naar de kantine waar de optocht startte om paaseieren te zoeken. In een bepaald gebied van het bos lagen gekleurde eieren verstopt. Die dingen waren niet te vreten omdat de kleurstof van de verf door de eierschaal heen ging en het ei zelf ook gekleurd was. Maar ook hier ging het erom om er zo veel mogelijk te vinden. Dat paaseieren zoeken hield op toen we de leeftijd van 12 jaar voorbij waren.
Paasontbijt 1972 (met Henny Sturus, vriend van Rob)
In de avond maakte iedereen zich op voor de bingo. De bingo was sowieso de happening van de week, zeker ook omdat campingbaas Buter zelf achter de tafel zat. Hij had vaste uitspraken tijdens het spel zoals kale heertje in plaats van hele kaartje. Maar het meest legendarische was zijn “wie brengt mij hier?” Dan hoorde je alle stoelen verschuiven omdat mensen gingen staan. Je wilde op zo’n avond ook vooraan zitten, zodat je dan niet zover naar de tafel hoefde te rennen. Buter riep dan om iets stoms, bijvoorbeeld een denappel, beukennootje, leesbril, rolletje drop of wat dan ook. Degene die dat als eerste bij hem kon laten zien, kreeg een prijs. Vaak was dat een sierfles met wijn. We hebben heel wat van die flesjes mee naar huis genomen. En met Pasen moest je op alles voorbereid zijn. Dus had ik een gekookt ei, een rauw ei en een chocolade ei in mijn jaszak. Dat heb ik niet aan broer Rob verteld, anders had ik dat rauwe ei nooit heel mee terug kunnen nemen. Mijn moeder heeft ooit met de Paas bingo de hoofdprijs gewonnen: een gigantisch groot chocolade paasei gevuld met allemaal kleine paaseitjes. We hebben er weken van gesnoept.
Bijzonder dat ik me dit soort dagen nog zo goed herinner. Pasen van dit jaar zal ik me ook blijven herinneren want het is op zeker de laatste Pasen die mijn vader heeft meegemaakt. In plaats van een wedstrijdje eieren eten heeft hij er gisteren met moeite één op. Haalden we vroeger bij de chinees in het dorp een paar grote loempia’s en een flinke rijsttafel, gisteravond kreeg hij met moeite een klein beetje tomaten soep naar binnen. Hij was zich niet bewust van het feit dat het eerste Paasdag was of dat het überhaupt zondag was. Suf van de morfine en moe van de strijd tegen zijn ziekte slaapt hij het grootste deel van de dag. Pasen zal nooit meer hetzelfde zijn…..
The Bold and the Beautiful
Posted on April 10, 2019 at 11:20 PM |
In deze periode, beheerst door somberheid en verdriet vanwege de toestand waarin mijn vader nu verkeerd, zou je zeggen dat een dagelijkse soap als the Bold and the Beautiful voor een beetje afleiding moet zorgen. Maar juist deze serie, die ik al jaren dagelijks kijk, maakt dat ik me nu alleen maar verdrietiger ga voelen.
Rouw
De verhaallijn van een van de karakters gaat over een doodgeboren baby. Het verdriet, de onmacht, de rouw, alles wordt tot in het kleinste detail in beeld gebracht. En ja, al deze zaken zijn heel herkenbaar ook al is het van mijn dochtertje nu ruim 28 jaar geleden. Wat mij nu wel opvalt is dat de omgeving van dit karakter ook verdrietig is. Natuurlijk weet ik wel dat het verlies van onze dochter ook voor onze omgeving verdrietig was. Zeker voor familie die een kleindochter en nichtje hebben verloren. Maar blijkbaar was ik zo verzonken in mijn eigen verdriet, dat ik dat niet heb opgemerkt. Of ik kan het me niet meer herinneren, dat is ook een mogelijkheid. Want het is tenslotte al een behoorlijk aantal jaren geleden. Ik heb natuurlijk veel dingen onthouden uit die periode, maar er zullen ook heel veel dingen inmiddels uit mijn geheugen zijn weggeëbd. Niet in de laatste plaats omdat het verdriet om haar verlies anderhalf jaar later werd verzacht door de geboorte van onze zoon.
Oud zeer
Waarschijnlijk zijn het die vergeten momenten, die pijnlijke herinneringen die nu tijdens het kijken naar de soap weer subtiel worden aangewakkerd. Je mag best weten dat het moment dat in de soap aan het karakter werd verteld dat haar baby levenloos ter wereld was gekomen, de tranen over mijn gezicht biggelden. Natuurlijk is het maar film en natuurlijk speelt ze maar een rol, dat weet ik dondersgoed. Maar de emotie die ze op dat moment moest laten zien, de pijn die op haar gezicht stond te lezen was voor mij zo herkenbaar, dat ik prompt weer 28 jaar terug in de tijd was. Ik voelde die pijn en dat verdriet ook weer.
Inmiddels is het karakter een paar weken verder en heeft zij een manier gevonden om haar verdriet de baas te kunnen; een andere baby in haar armen houden. En al heeft haar omgeving er een hard hoofd in of dat een goede manier is om met haar verdriet om te gaan, kan ik me goed inleven in het feit dat ze op die momenten even geen verdriet voelt. Ik kan me nog zo goed herinneren dat dat een bevrijdend gevoel was!
Zeikwijf
Okay, het is een soap, dat wisten we al. En eerlijk gezegd vind ik de rol van het karakter maar een zeikwijf. Maar ik begreep het heel goed dat ze, wanneer ze weer voor het eerst aan het werk ging, stond te mijmeren dat de laatste keer dat ze op haar werk was, ze nog zwanger was en haar dochtertje nog bij zich had. Ik heb zelf ook altijd dat soort verbanden gelegd. Dat gaat natuurlijk wel over, maar ik heb nog steeds momenten dat als ik een jaartal hoor, of een lied, of een gebeurtenis, ik dan denk “toen was ik zwanger van Melissa”.
In de Bold blijkt dat haar kindje nog leeft en dat het door iemand anders is geadopteerd zonder dat iedereen weet dat de baby is omgeruild. Dat kan natuurlijk alleen in een soap. Er zal ooit een moment in de serie komen dat de biologische moeder en de adoptie moeder ontdekken dat er een switch heeft plaatsgevonden. Maar dat zullen de schrijvers zo lang mogelijk uitstellen om de adoptie moeder te laten binden met het kind. Dan wordt dat over een tijdje een strijd over wie er recht heeft op het meisje. Maar zolang nu de biologische moeder al die beladen emoties moet laten zien, zit ik net zo beladen te kijken. Want gespeeld of niet, de pijn en het verdriet komt bij mij keihard binnen.
Toeval?
Posted on March 30, 2019 at 4:00 PM |
Toen ik vijf jaar oud was gingen we met ons gezin kamperen op de camping de Jutberg. Ik had daar al snel een vriendinnetje, Jola. De hele vakantie trokken Jola en ik met elkaar op. We gingen met onze ouders naar het zwembad in het dorp en vermaakten ons prima. Maar Jola had wel bijzondere trekjes. Ze kon erg bazig doen en als ik ergens allergisch voor ben is dat voor mensen die bazig doen. Het volgende jaar was Jola er ook maar ze kwam niet ieder weekend zoals wij deden. Ik had inmiddels een ander vriendinnetje en Jola was daar jaloers om. We hadden geen ruzie en speelden nog wel met elkaar, maar eigenlijk wilde Jola dat ik, als zij er niet was, niet met iemand anders speelde. Daar had ik natuurlijk geen boodschap aan. Datzelfde jaar hadden mijn ouders met Kerst twee bungalows gehuurd op de Jutberg. Daar verbleven we met een aantal familieleden tot na oud en nieuw. Jola en haar ouders waren ook op de Jutberg en we hebben heel mooie kerstdagen gevierd. Vooral als je bedenkt dat het de laatste Kerst was van mijn oma, die tijdens dit uittapje grotendeels ziek was. Op oudejaarsavond gingen Jola, haar broertje en wij vieren, in de bungalow naar bed tot twaalf uur. Na middernacht werden we wakker gemaakt en Jola beweerde dat ze de hele avond niet geslapen had, terwijl ze nog half slapend uit het stapelbed werd getild.
Nooit meer gezien
Het veldje waar wij inmiddels met een stacaravan stonden moest leeg gemaakt worden omdat daar trekkersplaatsen moesten komen. Een plek waar mensen voor een korte tijd met een tent of caravan kunnen staan. Wij zijn naar een andere plek verhuisd en voor Jola's ouders was dit reden om de camping te verlaten. Ze waren er al niet zo vaak meer, waardoor deze noodzaak van verplaatsen doorslaggevend was om hun caravan weg te halen. Ik heb Jola daarna nooit meer gezien. Geen gemis hoor, want ondertussen waren we al geen vriendinnetjes meer. Jola’s ouders heb ik nog gezien tijdens een reünie ergens in een kroeg in Den Haag, waar veel mensen van de camping uit die tijd bij elkaar waren gekomen. Mijn kinderen waren toen nog heel klein, dus het is al een behoorlijke tijd geleden. Mijn ouders hebben haar ouders nog wel eens gezien. Heel af en toe gingen ze nog eens bij elkaar op de koffie. De laatste keer is volgens mijn ouders zeker 15 jaar geleden.
Droom
Vorige week droomde ik dat ik op een reünie was en dat ik iemand ineens de naam van Jola hoorde zeggen. Ik keek op en zag Jola zitten. Ik liep naar haar toe en zei “jeetje, dat is lang geleden!” Jola beaamde dat. Het vreemde was dat ze wel volwassen was, maar er uit zag als een meisje van 8, zoals ik me haar herinner. Ik heb haar natuurlijk nooit als volwassene gezien dus ik heb geen idee hoe ze er nu uit ziet. Ik vond het wel vreemd dat ik na bijna 50 jaar ineens over Jola droomde. Wat was hier de reden van? Toen ik afgelopen week bij mijn ouders op bezoek was zei mijn vader ineens dat ze nog iets leuks te vertellen hadden. Nou, kom maar op, ik ben altijd wel in voor leuke nieuwtjes. Mijn moeder vertelde dat ze was opgebeld door Lies, de moeder van Jola. Lies had met haar man plaatjes zitten draaien en stonden samen te dansen op muziek van Fats Domino. Ze moest daardoor ineens aan mijn vader denken en heeft de volgende dag gelijk opgebeld. “Wanneer was dat mam?” vroeg ik. Blijkt dat het de dag na mijn droom geweest is. Toeval?
De inval juf
Posted on August 18, 2018 at 4:40 AM |
Het gebeurd me regelmatig dat ik ergens loop en iemand tegen kom die ik ergens van ken. Maar waarvan? Is het een (oud) collega? Iemand van een winkel? Iemand van school? Meestal ontstaan de vraagtekens omdat je iemand dan in een andere omgeving ziet. Zoals als de tandartsassistente bij Albert Heijn. Die combinatie klopt niet. Ik herken haar, ik herken haar (harde stem) maar de locatie klopte niet. Het moet dan even bij me ‘landen’ waar ik haar van ken. Uiteindelijk komt het wel hoor, tenminste, meestal. Soms, als ik al dagen lang heb lopen prakkiseren waar ik een bepaald persoon van ken, geef ik het uiteindelijk maar op.
Maar vanmiddag wist ik het meteen! Ik zag een klein vrouwtje door het stadshart lopen die ik meteen herkende. Het was een invaljuf van de basisschool van de kinderen. Haar naam weet ik niet meer en dat boeit me ook niet. Maar ik weet nog heel goed dat zij een keer inviel in de klas van Cynthia. En dat terwijl het twintig jaar geleden is!
Lentefeest
Mitchell en Cynthia zaten op de basisschool de piramide en ieder jaar hielden ze daar een lente feest met een bepaald thema. Alle klassen studeerden een dansje in en alle kinderen deden mee. Ze mochten dan per klas hun dans laten zien. Ze vonden het altijd heel erg leuk om te doen. De optredens werden in een sporthal gedaan, waar ze met de hele klas naar toe liepen. Het was behoorlijke klus voor de leerkrachten om al die kinderen bij die sporthal te krijgen. De ouders en andere belangstellenden kwamen naar de sporthal om de verrichtingen van de kinderen te bekijken. Het was altijd een hele happening. Vooral als na afloop alle ouders en kinderen door elkaar liepen om elkaar te zoeken en naar huis te gaan. Je moest vooraf aangeven of je je kind direct mee nam of dat je hem/haar bij school kwam ophalen. Dan wist de leerkracht hoeveel en welke kinderen ze weer mee terug moest nemen.
Ondanks dat ik altijd bij lentefeest wilde zijn, kon ik één keer niet. Waarom weet ik niet meer, maar ik had aan de beide leerkrachten doorgegeven dat ik Mitchell en Cynthia bij school zou komen ophalen. Mitchell zat in groep drie en Cynthia in groep twee. Natuurlijk is het moeilijk in te schatten hoe laat ze dan bij school zijn, maar de klas van Mitchell kwam redelijk snel terug. Op die van Cynthia moesten we lange tijd wachten. Zo lang, dat ik besloot ze tegemoet te lopen. Bij het winkelcentrum kwam ik de (inval) juf van Cynthia tegen met een klein groepje kinderen, zonder Cynthia. Ik keek nog eens goed rond en vroeg uiteindelijk waar mijn dochter was. “Die is opgehaald” zei de inval juf doodleuk. “Opgehaald? Door wie dan?” vroeg ik, terwijl ik mijn paniek probeerde te onderdrukken. “Dat weet ik niet, dit zijn de kinderen die mee terug moesten.” En ze liep gewoon door met de overgebleven kindertjes. Daar stond ik dan. Het enige wat ik me kon bedenken was naar de sporthal lopen om te zien of ze daar nog was. Cynthia zou niet zomaar met een vreemde mee lopen, dus misschien zat ze daar op mij te wachten of was ze met een bekende moeder mee gegaan. Allerlei scenario’s schoten door mijn hoofd. Mijn pas versnelde steeds meer en Mitchell moest zijn best doen om mij met zijn kleine pootjes bij te houden. Halverwege zag ik een stagiaire van school aan komen lopen met een paar kindertjes en met Cynthia. Pff! Wat een opluchting was dat. Het bleek dat er nog een paar kinderen niet door hun ouders waren opgehaald en zij was gebleven om de laatste kindertjes mee terug te nemen.
Confronteren
Bij school ben ik uiteraard naar de invaljuf gestapt en heb haar er mee geconfronteerd dat zij mijn dochter daar heeft achter gelaten en gewoon weggegaan is. Haar verweer was dat ze dacht dat Cynthia opgehaald zou worden. Waarop ik zei dat als je ziet dat zo’n kind van vijf jaar nog niet is opgehaald, je haar daar toch niet achterlaat, ongeacht of ze opgehaald zou worden. Met daarbij de opmerking dat ik heb doorgegeven dat ze bij school opgehaald zou worden. Ik had niet de indruk dat mijn boodschap bij haar binnen kwam.
Waarschijnlijk is zij zelf dit voorval allang vergeten, maar wat dit soort dingen betreft ben ik net een olifant, ik vergeet niets. Zij is daarna op een andere school gaan invallen. Waar ze ook niet de moeite nam om de namen van de kinderen te kennen. Ach, ze was ook maar een inval juf….